Het “Melkhuisje”

“Het Melkhuisje” een bekende benaming van een pand, aan de Rijksstraatweg 400 (vroeger Dordtschestraatweg gehete), een plek en bushalte in Rijsoord. Voor de mensen die niet weten waar het Melkhuisje is, het ligt bijna achteraan de Rijksstraatweg vlak bij de verbindingsweg (dat stuk straatweg wordt door de Rijsoordenaars ook wel de Westzij genoemd). Halte_melkhuisjeEn daarkaartje Westzij achteraan de straatweg(westzij) wordt het ook wel de Zwet genoemd. Zwet betekent einde of grens, en dat klopt dan ook wel weer want de straatweg liep vroeger voor de uitbreiding van de Rijkswegen verder door naar Rotterdam. Maar iets verder voorbij het Melkhuisje had je dus de Zwet, de grens tussen Ridderkerk en Barendrecht. Op de punt aan het begin van de Krommeweg bij de Verbindingsweg staat de boerderij “Westeinde”, die naam van de boerderij slaat op het westeinde van de grens van Ridderkerk. Schuin er tegenover, waar nu de op- en afritten van de Rijksweg A15 liggen stond vroeger nog een boerderij, genaamd “Oosteinde”, dus de oostgrens van Barendrecht. We weten eigenlijk niet zoveel van het Melkhuisje. Wat er uit verschillende verhalen naar voren kwam, was dat het een gelegenheid was waar je even kon stoppen voor een glas melk of een bakje koffie of thee en je kon er ook limonade kopen, maar bier of andere alcoholische drank was er niet verkrijgbaar. Een broodje kaas, ham of uitsmijter stond ook op de kaart, maar een patat of andere warme snack was niet verkrijgbaar, dus echt een melkhuisje. Het Melkhuisje was een woonhuis met een serre eraan gebouwd die dienst deed als gastlokaal waar men de klanten kon ontvangen. In de serre stonden 3 tafels met de benodigde stoelen, een soort toonbank met een vitrinekast erachter waar de diverse waren in lagen uitgestald voor de verkoop. HMelkhuisjeet Melkhuisje werd bewoond door de Fam. Stolk, vader, moeder en dochter Alie. De kinderen uit de buurt en de mensen die langs kwamen kochten er ook wel snoep of een ijsje. Er werd door veel fietsers een stop gemaakt om wat uit te rusten en wat te eten en/of te drinken, ook veel wielrenners hadden er een vaste rustplaats deze kwamen er vooral op zondag langs om een glas melk te drinken, zij kregen beslist geen alcohol. Ons Rijsoords muziekkorps Sursum Corda verzamelde zich daar als men een mars had op de Rijksstraatweg (Westzij). Ook de straatventers die langs het Melkhuisje kwamen, zoals de Olieboer, Melkboer, Groenteboer, Bakker, enz. gebruikten er ook regelmatig een bakkie koffie of thee, zeker als het koud weer was om even op te warmen, of Limonade of een glas koude melk als het warm weer was. Op zondag werd er regelmatig door een duivenvereniging veel duiven losgelaten op het grasveld net voorbij het Melkhuisje tegenover de woningen die links stonden. Als de duiven gelost waren kwamen de mensen van de duivenvereniging nog een bakje koffie drinken in het Melkhuisje voor ze weer op weg naar huis gingen. Aan de achterkant van het pand was een toilet gelegenheid, men kon er zich ook opfrissen na een fietstocht. Mevr. Stolk runde hoofdzakelijk het Melkhuisje, Jan Stolk haar man werkte als arbeider bij één van de scheepswerven in Slikkerveer, na zijn pensionering ging hij zich meer bemoeien met het Melkhuisje. Jan Stolk was een apart man, hij spelde de kranten en was behoorlijk grof in de mond, er werd wel eens gezegd hij bid achteruit, maar het was een goed man met het hart op de juiste plaats. Hij wist ook precies wat er zich afspeelde op de Dordtschestraatweg, want als er geen klanten waren zat hij achter het glas naar buiten te kijken en hield alles en iedereen in de gaten. In en direct na de oorlog op de 2e paasdag en vooral 2e pinksterdag kwamen er veel wandelgroepen door Rijsoord vanuit Rotterdam, die liepen zingend via de Westzijde, de Zwaan richting Dordrecht en mogelijk verder. Deze wandelaars waren ook klanten van het Melkhuisje zowel op heen- als terugreis. Er kwam een andere generatie met minder wandelaars en wielrenners, dus het verwaterde, zo ook het Melkhuisje, de klandizie hield op. Het pand werd verbouwd en dient nu als woonhuis. Voor zover bekend is de fam. Stolk het Melkhuisje begonnen en het heeft bestaan tot ze er mee gestopt zijn, daarna is het een gewoon woonhuis geworden. De grote tuin die ernaast lag was de moestuin van de buren de fam. de Klerk.

De Wielervereniging Feijenoord uit Rotterdam stopte er ook altijd, zij gebruikte het Melkhuisje veel als start en finish plaats, dit blijkt uit stukjes van de notulen van de vereniging, Waar J. Stolk van het Melkhuisje de tweede voorzitter van was. Hieronder enkele stukjes uit het Notulenboek van de Rotterdamsche Renners Club “Feijenoord” over het Melkhuisje aan de Dordtschestraatweg in Rijsoord.

9 augustus 1931: Pelotonwedstrijd voor de A en B klassen en Junioren. A-klassers reen 2 maal van Melkhuisje na Klaaswaal 80 km. Juniors 20 km van Melkhuisje tot tramhalte Blaakschendijk.

23 augustus 1931: wedstrijd peloton voor A-klassen 2 maal Melkhuisje molen Klaaswaal met niet minder als 9 A-klassers werden gestart door de Heer Stolk.

Clubblad “De Feijenoordrenner” 1e jaargang no. 9 april 1948:
wedstrijdrooster: 2 mei 9 uur bij dhr. Stolk, Melkhuisje

Gedenkboek RRC Feijenoord 50 jaar in 1977: Tweede voorzitter J. Stolk (van de RCC Feijenoord) was voor 1940 een belangrijk man: zijn “Melkhuisje”aan de Dordtschestraatweg richting Rijsoord was het begin van de grote en kleine trainingsronde en de renners konden zich bij hem verkleden. In de oorlog oefende men aan de Hilledijk Toch maakte men ook van andere gelegenheden gebruik zoals de zgn. “Stoomtram” van A. de Jager in de Rosestraat. Men verhuisde daarna naar de Sluisjesdijk (cafe De Vries), maar toen dat niet beviel, ging men weer terug naar “Het Melkhuisje”. In 1952 streken de wielrenners neer aan de Sluisjesdijk en in het clublokaal Hilledijk 195.

Herinnering van een oud lid en renner Howard Wing:
“Graag denk ik terug aan de beginjaren bij het Melkhuisje onder Rijsoord, waar onze startplaats was en wij onderdak kregen bij de heer Stolk (in de rennersmond Stolkie). Vandaar gingen we de Hoeksewaard in.”

“De clubwedstrijden werden na de oorlogsjaren weer hervat en hiervoor vond men onderdak bij het Melkhuisje van de fam. Stolk aan de Dordtschestraatweg, reeds bekend bij de Feijenoordrenners uit de beginjaren van de vereniging.”

“Het Melkhuisje onder Rijsoord, inderdaad was dat het beginpunt van de trainingsroute. De eigenaar was J. Stolk die altijd met zijn vrouw zorgde voor onze goederen, die wij daar achterlieten in de schuur, als we ons hadden verkleed in het racekostuum.”